Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [Doch] de HEERE zal over u, en over uw volk, en over uws vaders huis, dagen doen komen, [52]hoedanige niet gekomen zijn van dien dag af, [53]dat Efraim van Juda is afgeweken, [54][door] den koning van Assyrie. 52. Te weten, zware, bedroefde, jammerlijke dagen. 53. Dat is, van dien tijd af, dat de tien stammen gescheurd zijn van den stam van Juda, ten tijde van Rehabeam en Jerobeam, waarvan te lezen is 1 Kon.12:; en hier wordt Efraim alleen genoemd, maar de tien stammen Israels gemeend, niet alleen omdat Efraim geweest is de voornaamste der tien stammen, maar ook daarom, omdat die scheuring uit den stam van Efraim eerst haar oorsprong genomen heeft, en omdat Jerobeam uit dien stam afkomstig was, die de eerste koning over Efraim en de andere negen stammen geweest is, 1 Kon.12:. 54. Te weten, zal de Heere zulks doen. De Joden verlieten zich zeer op de koningen van Assyrie, en bij name Achaz, gelijk te zien is 2 Kon.16:7. Maar hier dreigt hen God dat Hij hen allermeest door den koning van Assyrie zou laten straffen en verderven, namelijk [zo enigen menen] door Nebukadnezar, die toen ook Assyrie onder zijne heerschappij gebracht had. Zie onder vs.20. Doch enigen verstaan hier Tiglath Pilneser, waarvan te lezen is 2 Kron.28:20; anderen Sanhebrib, waarvan gesproken wordt 2 Kon.18:13, enz.